· 

Boris | De Rituelen van Coach Rentrak

“We moeten deze wedstrijd winnen. Ik weet hoe hard jullie gewerkt hebben, maar we zitten in het laatste stuk: hierna is de finale.” Het meurt in de kleedkamer van FC Moria naar goedkope deodorant en oranje sportdrank. Tijdens de rust spreekt coach Rentrak de spelers van zijn team aan zoals een vader dat doet bij zijn kroost. “Momenteel is de stand 1-0 voor hen, dus hebben we nog twee punten nodig om te winnen.” Fel kijkt coach Rentrak, die sprekend lijkt op Israëlische militair Moshe Dayan, zonder ooglapje. “Laten we niet met lege handen naar huis gaan en die jankerds uit Laaghoven zien waar we van gemaakt zijn, ja?”

Fris en fruitig, doch aarzelend, stappen de hedendaagse gladiatoren op het veld. De supporters in het publiek kijken hongerig toe. De keeper van het team slaat een kruis. In het publiek slaat een skinhead een hakenkruis. Een madame zet haar handen naast haar mond om een aanmoedigende kreet te slaken. “Stelletje lapzwansen bij mekaar!” Het startschot begint en Vüqar Resulzade, een speler die de club heeft geïmporteerd uit Azerbeidzjan, neemt de bal in eigen hand. In nauwelijks een halve minuut heeft hij al een punt gescoord en staan de teams quitte.

 

Nog ‘n punt. En nog een. En nog een. In z’n eentje schakelt Resulzade een vernederend verlies om naar een glorieuze overwinning. Coach Rentrak springt een gat in de lucht. “Hoezee! Joepie! Hoera!” Als de wedstrijd over is en FC Moria naar de finale mag, tillen de leden van het team Resulzade en de coach tegelijkertijd op, alsof het een Joodse bruiloft is.

“Uh, coach?” In de bus van het team zijn de spelers nog niet uitgefeest. De PR manager van de club trekt aan de mouw van de coach. “Coach, een klein moment, alsjeblieft?” “Ja, wat is er?” “Slecht nieuws. Ik werd net gebeld door de familie van Resulzade, ze konden hem niet bereiken. Zijn zoontje is verongelukt.” De trotse glimlach van de coach verdwijnt van zijn gezicht. “Wat? Hoe?” De PR manager krabt aan zijn neus. “De familie was druk naar de wedstrijd aan het kijken en merkte niet dat de jongen verdronk in het zwembad achter het huis. Pas tijdens de reclame kwamen ze erachter.” Coach Rentrak kijkt naar Vüqar, die de trofee een kusje geeft. “Ik zal het nieuws aan hem vertellen,” zegt de coach stug.

Vüqar reageert op het nieuws zoals je zou verwachten. “Mijn jongen! Mijn vlees en bloed! Mijn tweede zoon!” In de bus probeert de rest van het team de jankende sterspeler de ruimte te geven, wat dankzij de bezuinigingen lastig is, omdat een ruimere bus te veel geld kost. “Zorg ervoor dat iemand hem veilig naar huis brengt,” fluistert de coach tegen de PR manager.

 

Bij de afterparty in de stamkroeg van het team, nog geen twee minuten lopen vanaf het trainingsveld van de club, is de sfeer zo goed als doodgeboren. Naast coach Rentrak zit zijn keeper. Hij schraapt zijn keel. “Kille shit vandaag, coach.” “Zeg dat wel,” zegt Rentrak voordat hij zijn zoveelste jonge jenever naar beneden werkt. “Maar ‘t zet me wel aan het denken. Laat me je dit vragen.” Hij heft zijn linkerwijsvinger. “Geloof jij in toeval?” De keeper kijkt zijn stamhoofd spottend aan. “Ik heb niet de antwoorden van het universum paraat, coach. Eerlijk waar, ik mag blij zijn dat ik op de vavo m’n havo-diploma heb gehaald.” De coach schudt zijn hoofd. “Dat bedoel ik niet, Janusz. Ik denk gewoon niet dat het toeval was dat de zoon van Vüqar overleed. Dát is waarom we hebben gewonnen.”

 

Een paar dagen voor de finale vraagt coach Rentrak aan de PR manager om de skinhead en de madame uit het publiek te vinden. Hij wil ze betalen om precies hetzelfde te doen als in de vorige wedstrijd. Als dat gelukt is, gaat Rentrak naar een donker steegje, waar een schimmige figuur in een lange regenjas op hem wacht. “Het móet tijdens de rust van de finale,” begint Rentrak. “Laat het eruit zien als een ongeluk. Niemand zal vreemd opkijken als ze nog een kind verliezen door onvoorzichtigheid.” De figuur neemt de envelop aan, samen met een portretfoto van de jongen, en verdwijnt.

 

De finale is begonnen. Nogmaals geeft coach Rentrak dezelfde speech in de kleedkamer. Nogmaals slaat de keeper een kruis en de skinhead een hakenkruis. Nogmaals schreeuwt de madame aanmoedigend. Voordat het elftal het veld oploopt, wordt Rentrak gebeld. “Het is gepiept,” zegt een hese stem aan de andere kant van de lijn en hangt op. Resulzade is op dreef, maar de vijand ook, waardoor de wedstrijd na twee uur eindigt in gelijkspel: een rematch moet worden gespeeld. Doodop zitten de spelers in de kleedkamer. “Vüqar?”, vraagt coach Rentrak. “Heb jij toevallig nog een derde zoon?”

Reactie schrijven

Commentaren: 0