· 

Boris | Plan B

“Ik zeg het je, deze hotdog is treif.” De gedaante tegenover hem zucht. “Man, daar gaan we weer. Waarom probeer je joods te doen? Ik bedoel, hoe ver wil je gaan? Ga je straks een keppeltje dragen? Moet ik zo koosjere wijn voor je bestellen?” De schijnbare jood schudt zijn hoofd. “Hendrik, luister. Wanneer mensen die joods zijn ‘Jezus’ zeggen is het normaal, maar een katholiek praat wat Jiddisch en het is ineens vreemd.” Hendrik neemt een trekje van zijn sigaret. “Dus wat denk je van het werk voor vandaag, Alva? Waarschijnlijk krijgen we weer een riskante taak.” Alva haalt zijn schouders op. Zijn hoofd is lang en dun, bijna in de vorm van een gummiknuppel. “Al doen we het in het hof van Eden, zolang de jongens op de hogere verdieping ons betalen klaag ik niet.” Hendriks Hawaii blouse met een bloemenpatroon flappert door de ventilator, alsof hij een superheld is met een cape.  Omdat de bovenste knoop van zijn shirt losgeknoopt is, is zijn ontblote ribbenkast zichtbaar. “Shit, spreek van Joost en hij zal verschijnen.”

 

“Morgen, jongens.” Joost gaat naast ze zitten. De tent waar ze zitten, ‘Funiculì’, is al jaren zijn eigendom. “Smaakt het, Alva? Zal ik een burger voor je regelen?” Alva kijkt tevreden en houdt zijn hand op zijn maag. “Hoezeer u ook aandringt, amice, ik zeg u voorwaar: ik zit vol en ben waarlijk rond.” Joost wijst naar Hendrik van top tot teen, wat hij niet alleen met zijn wijsvinger, maar ook met zijn pink doet. “Moet jij niet iets eten Hendrik? Je ziet er nogal mager uit.” Joost en Alva schateren het uit, waardoor het galmt in het gesloten Funiculì. Als Hendrik huid op zijn schedel zou hebben zou hij pissig kijken. “Erg fucking grappig, baas.” Joost pinkt een traantje weg en pakt een foto uit het borstzak van zijn polo. “Nee, maar even ter zake. De man op deze foto is een dierbare cliënt van mij.” Op de foto staat een man in een net pak met een bril. “Probleem is, hij is me nog steeds geld schuldig. Hij werkt als nieuwspresentator voor de regionale omroep.” Joost geeft de foto aan Alva, waar op de achterkant een adres staat. “Waarom zoeken jullie hem niet even op?”

 

“Het is te vroeg voor deze shit.” Hendrik steekt een sigaret op. Alva tikt het adres in op zijn GPS. “Halfuurtje rijden. Geen zorgen kerel, we zijn zo klaar. Ik probeer hem wel te overtuigen zodat je je handen niet vies hoeft te maken.” De rook van de sigaret komt uit de oogholten van Hendrik. “We zullen zien of dat wel nut heeft.”

 

“We zijn er.” Alva zet de auto in een parkeervak. Hendrik inspecteert het gebouw. “Hier is het? Ik dacht dat we bij zijn huis langs gingen.” Alva trekt zijn jas aan. “Blijkbaar niet.” “Alva, je gaat me toch niet vertellen dat die gast binnen in het gebouw aan het presenteren is?” Alva pakt een revolver met een extreem korte loop uit zijn handschoenenkastje en laadt het met kogels. “Wat, denk je dat hij nu live op tv het nieuws zit voor te lezen? Die troep wordt toch van te voren opgenomen, live nieuws is een broodje-aapverhaal.” De asbak van de auto zit vol peuken. Hendrik stopt er nog eentje in. “Shit, het zal wel. Maar als ze de camera’s niet uit zetten sloop ik die dingen.”

 

Vanwege het vroege uur is de ontvangstruimte van de omroep verlaten. Er is alleen een receptioniste, die op haar computer druk patience zit te spelen. “Goedemorgen, mevrouw. Bent u misschien bekend met deze persoon?” Alva laat de foto van de presentator aan haar zien. “Ik zal even…” Op het moment dat de receptioniste van haar computer opkijkt ziet ze Hendrik en deinst terug. “Wat is er met hem aan de hand!? Hij lijkt wel een skelet!” Alva kijkt naar Hendrik en weer terug naar haar. “Oh, hem? Medische conditie. Syndroom van Osseous. Dat is waarom je niet als vuureter moet optreden als je zwanger bent.” De receptioniste zucht opgelucht. “Oh, natuurlijk, wat dom van me. Alles goed, meneer?” Alva zet zijn hand op de schouder van Hendrik. “Hij kan je niet horen, doofstom geboren, begrijpt u. Maar bent u bekend met de persoon op de foto?” De receptioniste inspecteert de foto van de man. “Ja, hij is nu aan het werk, maar u kunt hem wel bezoeken in de studio, die is op de tweede etage.” Alva knikt. “Natuurlijk, dank u wel.” “Achterlijk wijf,” zegt Hendrik binnensmonds terwijl hij en Alva naar de trap lopen.

 

Een rood lampje brandt naast een “ON AIR” bord. In de opnamestudio is de presentator te zien op meerdere schermen. Een stenograaf tikt de woorden in voor de autocue die de presentator direct voorleest. “Meerdere ozonlagen zijn gevonden in gaten,” leest de presentator voor met monotone stem. Hendrik en Alva lopen de studio in. Het personeel kijkt om en de stenograaf begint tegen ze te schreeuwen. “Hé, jullie mogen hier helemaal niet zijn!” Hendrik pakt hem vast en smijt zijn hoofd tegen het toetsenbord, waardoor er onzin op de autocue verschijnt. “Gxhidsvar6ybnm,” leest de presentator voor met monotone stem. Door het raam is de presentator te zien. Alva wijst naar hem. “Daar is hij.”

 

“Wat is hier aan de hand? Wie zijn jullie?” De presentator kijkt bezorgd om zich heen terwijl Hendrik een cameraman van zijn apparatuur afsleurt. “Ik en mijn collega zijn werknemers van Joost,” zegt Alva op een zakelijke toon. “Kom met ons mee.” “Ik weet niet of dat zo verstandig is.” Alva haalt zijn revolver uit zijn jaszak en wijst het naar de presentator. “Het is geen vraag, ik zeg het tegen je.” De presentator kijkt naar de revolver en slikt. Wanneer ze met zijn drieën terug de opnamestudio inlopen ligt de stenograaf bewusteloos op de grond. Het personeel kijkt angstig toe terwijl ze naar buiten lopen.

 

“Waarom ben ik ook gaan lenen bij een woekeraar?” mokt de presentator op weg naar beneden. Hendrik houdt zijn vingers dreigend voor de ogen van de presentator. “Kop dicht, Pulitzer, of ik prik je in je ogen door je bril zonder glazen.” Omdat Hendrik een skelet is heeft hij een bedreigende uitstraling, alsof hij een mythisch wezen is uit de onderwereld.

 

Op de weg naar buiten zwaait de receptioniste het trio uit. Ze zwaaien terug, behalve de presentator, totdat Hendrik hem in zijn zij prikt met zijn wijsvinger. Buiten steekt Hendrik nog een sigaret op en maakt Alva de kofferbak van zijn auto open. “We gaan even een ritje maken.” Hij slaat met zijn revolver de presentator op zijn kop. “Pak even de duct tape onder de achterbank voor me, Hendrik.” Hendrik kijkt naar de presentator die op de grond ligt. “De fuck is dit? Waarom heb je hem buiten westen geslagen?” Alva tilt de presentator op en stopt hem in de kofferbak. “Ik volg alleen maar de instructies die Joost op de foto heeft geschreven. Blijkbaar wil hij dat we plan B voor onze dierbare klant gebruiken.” “Plan B? Kon je dat niet eerder zeggen?” Alva start de auto. “Relax, ik trakteer je wel op een glas melk als dit over is. Zit veel calcium in, goed voor je botten.”

Hendrik negeert de asbak voor zijn neus en gooit de opgerookte peuk uit het raam. “Jij en je fucking grapjes.”

Tekening: Aran

Reactie schrijven

Commentaren: 0